Niet aan de wandel door andermans handel

Wie raakt er niet betoverd door de kleurenexplosie van bloeiende bloembollen. De verleiding om daar even middenin te gaan staan is groot, er even doorheen te lopen als door een sprookje of te poseren in de zee van kleuren en geuren voor een foto. Besef echter dat de bloembollen broodwinning zijn voor heel wat gezinnen en dat toerisme daar een dankbaar ‘bij – product’ van is, waar iedereen iets aan heeft behalve de bollenboer. Die leidt door al die bollentrappers ieder jaar weer enorme schade. “Hoezo, de bloemen gaan er toch af”, roept de één, “ze lopen er zelf ook doorheen”, roept een ander en de meest gehoorde kreet ‘ik blijf gewoon op de paadjes’. Allemaal goed en aardig, maar daar gaat het niet om. Aan de bladeren van de bollen zit vaak een bacterie. Dat hecht zich aan kleding en met het door de bollen lopen, zelfs al blijf je op de paadjes, besmet je hele stukken van het veld. Dat kost de bollenboer duizenden, zo niet tienduizenden euro’s aan zieke bollen. De werkers op het land dragen vaak speciale kleding en lopen stapje voor stapje, trekken de besmette bladeren af voor ze verder lopen en voorkomen zo verdere schade. Foto’s maken mag, maar vanaf de weg of de kop van het veld, geniet ervan, adem het in en draag het uit, maar ga niet aan de wandel door andermans handel, dan kunnen we allemaal nog heel lang iedere lente van de pracht van de bollenvelden blijven genieten.